De belastingverhoging in box 3 is van tafel, maar de rekening komt terecht bij een andere groep: woningbezitters met een lage of afgeloste hypotheek. De versnelde afbouw van de Wet Hillen raakt vooral mensen die hun huis netjes hebben afbetaald — en dat schuurt.
Inhoudsopgave
- Van hypotheekvrij naar belast vermogen: toen en nu
- Wat houdt de belastingverhoging in box 3 in?
- Versnelde afbouw Wet Hillen treft afgeloste woningen
- Van voordeel naar last: afgeloste woningen betalen nu de rekening
- Hoe kan iemand met een laag inkomen een duur huis hebben?
Van hypotheekvrij naar belast vermogen: toen en nu
Toen ik in 1987 met mijn toenmalige vriend op onszelf wilde gaan wonen, kregen we van beide ouders hetzelfde advies: beter kopen dan huren, anders gooi je elke maand geld weg. Een huis zou in zekere zin ooit “naar je toe komen”, want na dertig jaar was de hypotheek afgelost en leefde je vrijwel huurvrij. Wij kochten ons eerste huisje voor 50.000 gulden en de hypotheek werd — toen heel logisch — berekend op één inkomen. Want zo bleef er ruimte om thuis te kunnen blijven als er ooit kinderen kwamen. Maar nu, in 2025, is dat beeld van wonen zonder lasten na het aflossen van de hypotheek veranderd. Met de versnelde afbouw van de Wet Hillen betaal je straks, ook als je huis volledig is afbetaald, nog steeds woonlasten over de WOZ-waarde. Vanaf 2040 is hypotheekvrij wonen dus niet meer hetzelfde als kosteloos wonen.
Wat houdt de belastingverhoging in box 3 in?
Het demissionaire kabinet-Schoof, gevormd door VVD en BBB, had op Prinsjesdag 2025 een omvangrijk fiscaal pakket voor komend jaar ingediend.
De meest besproken maatregel van het Belastingplan 2026 was de lastenverhoging in box 3:
- het zogeheten forfaitaire (fictieve) rendement over beleggingen met 1,78 procentpunt moet stijgen naar 7,78 procent
- de vrijstelling zou worden verlaagd naar 51.396 euro per persoon. In 2025 is de vrijstelling nog 57.684 euro.
Versnelde afbouw Wet Hillen treft afgeloste woningen
De Tweede Kamer heeft donderdag 27 november 2025 een manier gevonden om een forse belastingverhoging in box 3 te voorkomen. Het ontbrekende bedrag – ruim 2,8 miljard euro – wordt nu opgehaald bij huiseigenaren via een versnelde afbouw van de Wet Hillen.
Deze regeling zorgde er jarenlang voor dat mensen met een (bijna) afgeloste hypotheek geen belasting hoefden te betalen over het eigenwoningforfait. Maar dat verandert sneller dan eerder gepland.
- Vanaf 2026 wordt de afbouw verhoogd naar 4,8 procentpunt per jaar, in plaats van de huidige 3,3.
- In 2041 is de Wet Hillen volledig verdwenen, zeven jaar eerder dan oorspronkelijk gepland.
Voor huiseigenaren zonder of met een zeer lage hypotheek betekent dit concreet dat hun belastbaar inkomen stijgt — soms in eerste instantie met tientjes, maar uiteindelijk met aanzienlijk meer.
Bij een woning van €500.000 komt de bijtelling in 2026 neer op 493 euro waarover belasting moet worden betaald. Dat bedrag loopt de jaren erna op, vooral naarmate de aftrek verder krimpt.
Van voordeel naar last: afgeloste woningen betalen nu de rekening
Het eigenwoningforfait is bedoeld als bijtelling voor het woongenot dat huiseigenaren hebben ten opzichte van huurders. Voor mensen met een hypotheek valt dat voordeel meestal weg tegen de hypotheekrenteaftrek. Maar wie zijn huis (bijna) heeft afbetaald, merkt de bijtelling wél direct in de portemonnee.
De Wet Hillen was ooit ingevoerd om deze groep niet te belasten. Maar juist zij vormen nu de bron van dekking om een politiek gevoelige belastingverhoging in box 3 te voorkomen.
Belastingadviseurs wijzen op een aantal aandachtspunten:
- Voor veel huiseigenaren gaat het de komende jaren nog om relatief kleine bedragen, maar deze lopen jaarlijks op.
- Vooral mensen met een waardevolle woning maar een laag inkomen of weinig vermogen kunnen in de knel komen.
- Door de villataks — het hogere forfait boven 1,33 miljoen euro — lopen de effecten voor duurdere woningen extra op.
Daarnaast klinkt kritiek op de voorspelbaarheid van beleid. De afbouw van de Wet Hillen werd pas in 2019 ingevoerd en nu al versneld. Dat ondermijnt het vertrouwen, stellen experts, en zal waarschijnlijk leiden tot meer juridische procedures.
Hoe kan iemand met een laag inkomen een duur huis hebben?
Veel waardestijgingen komen simpelweg doordat huizen eind jaren ’90 nog relatief betaalbaar waren. Een concreet voorbeeld: een woning die in 1998 voor 225.000 gulden werd gekocht (ongeveer €102.000 omgerekend), werd in 2024 verkocht voor €385.000.
Het inkomen van de eigenaar stijgt in zulke gevallen vaak niet in hetzelfde tempo mee — het vermogen zit vooral in het huis, niet in het maandelijkse inkomen.
Ik houd het nieuws van morgen in de gaten – elke dag schrijft geschiedenis. Voor nu sluit ik af met de woorden van Sonja Barend: morgen gezond weer op.